Weg van thuis
20 November 2016
Foto van ?ep?e door: Dans - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=50438039
De jonge dertiger voor mij vist nog steeds de rijstkorrels uit zijn haar. Sa?a Berberovic (spreek uit: sasja berberrovitsj) kon met een master diploma in Informatica op zak en vol passie voor het vak enkele jaren geleden aan de slag als IT-er. Na enkele jaren noeste arbeid in de digitale arena had hij genoeg gespaard en kon hij vorig jaar samen met zijn geliefde in Deurne over de rode loper het huwelijksbootje in stappen. Deze Antwerpenaar steekt zijn trots voor zijn stad, geliefde of werk niet onder stoelen of banken. Hij fluistert me toe stilaan aan gezinsuitbreiding te denken.
"Vooroordelen? Mensen zullen denken wat ze willen, maar ik doe wat ik denk dat ik moet doen. Ik zal altijd mijn best doen om te zorgen voor mijn toekomstige gezin en familie, wat de rest daarvan denkt heb ik mij nooit veel van aangetrokken. Ik weet wel dat het niet voor iedereen zo is, vele andere ondervinden daar wel last van. Mensen zien aan mij niet direct dat ik een buitenlander ben."
En toch is het geen vanzelfsprekendheid dat ik het genoegen heb hem te kennen, want naar eigen zeggen "hoor hier niet thuis." Sa?a groeide op in ?ep?e, een stad met een kleine tweeëndertig duizend inwoners. De gemeente maakte vroeger deel uit van achtereenvolgens de monarchie en later de communistische staat Joegoslavië, en behoort tegenwoordig tot de republiek Bosnië-Herzegovina. Het is tijdens dat laatste kantelpunt dat de kleine Sa?a met zijn ouders en pasgeboren broer hun eerste thuis moest verlaten en noodgedwongen naar België trok. Voor hem is het duidelijk. Die tocht, die vlucht, had één en slechts één enkele reden.
"Als er geen oorlog geweest was, zou ik nooit hier gezeten hebben."
De lange trek zat recent nog diep in zijn geheugen verzonken, de details onscherp gemaakt door het voortschrijden van de tijd. De IT-er was op het moment van de tocht immers maar 9 jaar oud. Zijn ouders deden bovendien hun best om de moeilijkheden van de reis te verhullen voor de kinderen. Pas toen hij naar aanleiding van dit interview nog eens met hen over die tijd sprak, kwamen de herinneringen terug boven drijven.* Ze werden ook in een nieuwe context geplaatst.
"Ik had echt niet door hoe erg het eigenlijk was . Mijn ouders hadden dat eigenlijk verborgen gehouden voor mij toen."
De vlucht begon met een relatief korte rit op een door NAVO-vertegenwoordigers begeleide bus, de eerste die georganiseerd werd.** Ze werden via via naar een school gebracht waar ze uiteindelijk enkele weken zouden blijven. Tijdens hun verblijf deden de ouders 's nachts amper een oog dicht, uit vrees dat de school 's nachts aangevallen zou worden. De school bevond zich in een door Serviërs gecontroleerde Bosnische stad. Bij Sa?a's ouders nam de twijfel toe, over hun keuze en of ze het wel gingen halen.
Uiteindelijk konden ze toch verder trekken, maar vanaf dan ging dat meestal te voet. Hun volgende hindernis was aan de Hongaarse grens. Oversteken kon alleen met veel geld. Er bleef wat plakken aan de handen van smokkelaars, de rest was voor de grenswachters. Het gezin had zelf alleen genoeg voor Sa?a's vader. Gelukkig kon een nonkel die in Duitsland verbleef hen de nodige middelen doorsturen. Het gezinshoofd stak noodgewongen op zijn eentje de grens over om het geld in een overschrijvingskantoor te kunnen ophalen. Dat proces nam onverwacht bijna twee weken in beslag. Gedurende al die tijd waren de twee delen van het gezin maar weinig op de hoogte van elkaars lot. Maar finaal lukte het dan toch en de tocht werd verder gezet richting eindbestemming: Duitsland.
De oversteek van Hongarije naar Duitsland gebeurde ook in de illegaliteit, maar gaf uiteindelijk minder problemen, het smeergeld was toen al voorradig. Eens in Duitsland aangekomen bleek het echter niet vanzelfsprekend een verblijfsvergunning te krijgen. Het gezin vernam van een bevriend koppel dat de voorwaarden veel minder streng waren in één van de buurlanden. En zo kwam Sa?a, samen met zijn broer en ouders, na een tocht van ondertussen toch al een flink aantal maanden, in België terecht.
De verblijfsvergunning kwam er inderdaad relatief snel. De familie kon langzaam beginnen met terug een leven op te bouwen en hun genezingsproces aan te vatten. Dat laatste mag ook letterlijk opgevat worden, want Sa?a's vader was in de oorlog gewond geraakt, geschoten in zijn arm. Ter plekke had hij voor de tocht een spoedoperatie gekregen. Al snel werd echter duidelijk dat de ingreep slecht was uitgevoerd. Tijdens de maandenlange tocht werden de gevolgen van de oplapklus dag na dag erger, maar de man zette onverwijld voort voor zijn vrouw en kinderen.
Toegekomen in Antwerpen kwam een nieuwe diagnose: een nieuwe chirurgische ingreep was nodig om de gevolgen van de eerste recht te zetten, gevolgd door een periode van revalidatie. Die periode zou uiteindelijk twee en een half jaar aanslepen, de persoonlijke en fysieke tol van de tocht. Pas toen het proces doorlopen was kon de vader op zoek naar werk. Drie maand later had hij al een job vast.
"We zijn via een organisatie buiten geraakt, zij hielpen mensen om in die tijd uit de streek buiten te geraken. Maar welke organisatie dat was weet ik niet, mijn ouders regelden dat. En praatten daar niet over."
In Joegoslavië was Sa?a's vader afdelingshoofd voor technisch onderhoud bij een logistiek bedrijf, onder zijn leiding bleef de boel draaien. In België ging hij aan de slag als installateur van airco en isolatie. Zijn moeder werkte in ?ep?e bij een bank als loketbediende, en ging hier aan de slag als kuisvrouw. Voor beide ouders een bescheidener job dan ze gewoon waren, zou je kunnen zeggen, maar klagen deden ze niet. Sa?a kon meteen naar school. Eerst voor taallessen Nederlands, maar al gauw volgde hij de lessen gewoon mee met leeftijdgenoten van hier. Dat eerste jaar moest hij dubbelen omwille van het Frans, dat er ook nog bij kwam. Maar daarna legde hij, inclusief op de universiteit, een vlekkeloos parcours af.
"Mijn ouders hebben veel opgeofferd voor ons. En ik denk dat normaal is, dat ouders dat overal doen. Ze willen dat hun kinderen het beter hebben dan zij zelf. En ik zal dat doen later ook doen voor mijn kinderen, dat is normaal. Maar toch ben je daar heel dankbaar voor."
Voor Sa?a is het hoofdstuk oorlog "afgesloten". Het is verleden tijd, passé, hij heeft het overleefd, en hij en zijn familie moeten verder. Piekeren is niet aan hem besteed. Hij heeft veel moeten achterlaten toen, maar kijkt niet vaak terug. Met de familie en vrienden die ter plaatse gebleven zijn heeft hij ondertussen wel al terug contact, waar hij zeer blij om is. Hoewel het niet de bedoeling was om in België te blijven duurde het uiteindelijk vijf jaar vooraleer het veilig genoeg was om terug te keren, en toen kwamen Sa?a's ouders voor een keuze te staan. Van hun kinderen was er eentje exclusief hier opgegroeid, en het andere kon ondertussen al veel beter Nederlands dan Bosnisch of Servisch en voelde zich hier ook gewoon thuis op school en bij zijn vrienden.
De kinderen waren volledig geïntegreerd, terugkeren zou voor hen ontwortelend geweest zijn, België was hun ware thuis geworden. En zo beslisten de ouders alsnog van niet meer terug te keren en in België te blijven. Terugkeren naar hun thuis stelden ze dan maar noodgedwongen uit tot hun pensioen, voor wanneer de kinderen groot geworden zouden zijn en hun eigen thuis hadden gevonden. Nu, nog vijftien jaar later, zijn de plannen alweer bijgesteld: als ze ooit een huisje vinden in hun oude thuisland, zullen ze wellicht tussen de twee moeten schipperen, zes maanden daar en zes maanden hier. Want ook zij hebben hier een tweede thuis gevonden.
"Ik kan mij niet inbeelden dat ik ooit nog terug ga. Ik voel mij in de eerste plaats Vlaming, Antwerpenaar. Maar het kan ook anders. Ik ken iemand die een paar jaar geleden terug gekeerd is. Hij heeft hier bijna twintig jaar doorgebracht, maar kon niet gewoon worden aan het leven hier. Hij verdient daar nu absolute peanuts in vergelijking met wat hij hier kon verdienen, maar hij is daar wel gelukkig. Voor hem bleef dat zijn thuis, en daar is hij nu naar terug kunnen keren."
Ik vraag op het einde van ons gesprek hoe Sa?a zich voelt bij de tegenstellingen die hier wel eens, met wisselend succes, ten tonele worden gebracht: Vlaming versus Waal, staker versus niet-staker, links versus rechts, vakbond versus werkgever, moslim versus? tsja, niet-moslim. Na lang zoeken naar woorden oppert hij dat er geen echt antwoord mogelijk is op die vraag. Hij besluit: "Verdeling is nooit goed."
"Persoonlijk vind ik dat raar, in mijn ogen? mij geeft dat een raar gevoel. Want allemaal? iedereen heeft jaren samen geleefd en samen gewerkt en samen alles gedaan. En dan de volgende dag, omdat iemand zei "dat is de vijand", was dat opeens de vijand. Dat is bij mij nooit? dat ga ik nooit kunnen begrijpen."
* Omwille van dat gesprek werd dit interview in twee delen afgenomen, één deel voor en één deel na.
** Toen het gezin na hun tocht registratiegegevens wou opvragen bleek dit niet mogelijk. Tot op de dag vandaag is het hen nog niet duidelijk of de uittocht slecht georganiseerd was, of eigenlijk toch niets met de NAVO te maken had.